Over ons

Als algemeen directeur van een uit de kluiten gewassen KMO was ik overtuigd dat het voeren van gesprekken, het overtuigen van medewerkers en klanten een aangeboren gave van mij was. Ik was in de veronderstelling dat mijn houding, mijn mimiek en de rust die ik uitstraalde  er steeds weer voor zorgden dat plooien gladgestreken konden worden en dat medewerkers en klanten opnieuw het gevoel hadden dat er naar hun noden en wensen werd geluisterd en gehandeld.
In maart 2016 echter, zonder dat je je daar op kan voorbereiden, werd ik naar aanleiding van een slepend griepvirus het slachtoffer van  het Guillain-Barré Syndroom (GBS). Dit Syndroom overvalt je plots en breekt het  omhulsel van de motorische en gevoelszenuwen af waardoor verlamming en gevoelsverlies  toe neemt. Daar waar ik in de ochtend nog op klantbezoek was, kon ik ’s avonds al niet meer lopen en lag ik een week later volledig verlamd op intensieve. Van GBS kan je genezen en in veel gevallen voor 100% herstellen maar jammer genoeg kan niemand voorspellen hoe lang de drie fases van achteruitgang, stagneren en herstellen zouden duren.
Ik denk dan ook dat ik van geluk mag spreken dat ik 4 weken later het ziekenhuis al mocht verlaten om met de revalidatie te starten.
Het herstel verliep voorspoedig, met uitzondering van de verlamming in mijn gezicht. Ik had geen mimiek, geen rimpel, geen uitdrukking. Het spreken ging moeizaam, bolle kaken kan je niet maken, het eten werd voorgemalen en drinken kon ik alleen met een rietje. Aan de binnenzijde voel je dat niet, maar als je een foto ziet, voor de spiegel bij de kapper zit en  steeds naar je eigen kop kijkt, dan liegt het er niet om…
Van buiten vond ik me niet meer die gezellige en als ik in de gang naar iemand vriendelijk gedag knikte dan was het aan de buitenkant met dat neerhangend zuur gezicht eerder een agressieve “ wat is’t!”.. Al die gaven, die ik dacht te hebben, werden mij plots ontnomen…
Maar toch gebeurde er iets eigenaardigs. Tijdens mijn verblijf in het revalidatiecentrum moesten wij per gang samen aan een tafel eten. Iets waar ik, rekening houdende met mijn gezichtsverlamming, echt niet op stond te springen. De gezelligste om tegen te praten zag ik er niet uit. En toch gebeurde dat..
Terwijl ik mij concentreerde op het voorzichtig binnenwerken van het voedsel, dit  om verslikken te voorkomen, begonnen mederevalidanten tegen mij hun verhalen te vertellen. En ik moest en kon alleen maar luisteren.
Niet tegenstaande het in vele gevallen een emotionele monoloog was van droevige en vrolijke verhalen zag je echt dat het de “vertellers” zo veel goed deed om eens “hun” verhaal te vertellen. Ook al vond ik zelf mijn meerwaarde nihil, telkens opnieuw refereerde ze met veel plezier terug naar dat “goed gesprek” dat we toen wel hadden..
Naar aanleiding van deze ervaring ontstond het idee van “Het Luisterend Oor”. 
Mensen hebben het recht om hun verhalen te vertellen! En deze verhalen moeten natuurlijk niet altijd negatief zijn, integendeel zelfs.
Mijn wens is dan ook, dat mensen hun verhalen eindelijk eens kunnen, durven  en mogen vertellen. In dit geval aan iemand die je levenspad nog nooit eerder heeft doorkruist. Iemand die je niet kent en iemand die niet rechtstreeks betrokken is in je verhaal. Maar wel iemand die de kracht , de energie en de interesse heeft om eens naar UW verhaal te luisteren. Ik hoop dat jullie samen uiteindelijk tot een goed gesprek komen, waarbij de verteller met zijn verhaal de rode draad doorheen het gesprek blijft bepalen. Ik ben ervan overtuigd dat uiteindelijk iedereen na het gesprek er een goed gevoel aan over zal houden want één ding weten we al zeker: " EEN GOED GESPREK DOET WONDEREN ".

Over ons